|
Mac Kinley
bruine hengst geboren 1945,
van McGregor 1.18,0T
(v. McGregor the Great u. Rose Axworthy)
uit Hanover Bertha
(v. The Saint u. Bertha E)
fokkers: H. de Vries te Oranjewoud
|
|
Mac Kinley, "De vorst onzer dravers",
vernoemd naar de in 1905 bij een aanslag om
het leven gekomen Amerikaanse president.
Voor de "Paard van de Eeuw"-verkiezing maakte D. Minkema
eind 1999 het volgende levensverhaal (hier en daar aangevuld met feiten door Peter van Betten en Hans Huiberts):
In het diepe najaar van 1949 reed Henny de Vries week in week uit
met een grote vrachtwagen vol dravers naar Mereveld, om ze daar
aan de man te brengen. Door de aanleg van een nieuwe rijksweg zou
zijn boerderij met trainingsbaan in het Friese Oranjewoud onteigend
worden. Bovendien eiste het melkveebedrijf in Californië, dat
hij samen met zijn broer bestierde, zijn aandacht op. De belangstelling
van de zijde van de kopers voor zijn dravers was uiterst lauw. Hadden
de eigenaars geweten dat zich hieronder toekomstig koersgoud als
Morning Star, Over Again, Peterhof en niet te vergeten Mac Kinley
bevond, dan hadden ze in de rij gestaan. Nu was het uiteindelijk
H.P. Baron van Tuyll van Serooskerken die een achttal dieren overnam.
De koersprestaties van de toen vierjarige Mac Kinley waren tot
dat moment bescheiden. Hij had op 28 mei 1948 zijn debuut met zijn
fokker-eigenaar Henny de Vries gemaakt op de Wilhelmina-baan van
Leeuwarden met een achtste plaats in een kilometertijd van 1.52,1
over 1570 m. Wel startte hij dat jaar in de Sweepstakes en Derby,
maar hij moest met een plaats in de achterhoede genoegen nemen.
Als vierjarige ging het al wat beter, hij won twee keer met Henny
de Vries. Bij zijn eerste zege op 24 april 1949 op Duindigt omschreef
de verslaggever in het blad Paardensport en Fokkerij de hengst als:
"Eén der mooiste McGregor-zonen, die qua lijn en uitdrukking
het echte Amerikaanse type vertegenwoordigt."
Mac Kinley was dan ook geheel Amerikaans gefokt. Kort na de bevrijding
werd hij geboren op de boerderij van Henny de Vries. Hij werd vernoemd
naar de Amerikaanse president, die in 1901 na een aanslag om het
leven was gekomen.
Afstamming
Vader McGregor was een oertrouw en braaf koerspaard, op zevenjarige
leeftijd vanuit Amerika ingevoerd. Hij had daar als driejarige een
time trial-record van 2.05,5 over de mijl neergezet. Als dertienjarige
liep hij zijn Nederlands record van 1.21,6. Mac Kinley is uiteraard
zijn beste product, maar ook Nellie Gregor 1.20,7, de kleine snelle
merrie van Tiemen van der Veen, was een best paard en vaak een geduchte
concurrent van Mac Kinley. McGregor is een kleinzoon van de geweldige
fokhengst Peter The Great.
De moeder van Mac Kinley, Hanover Bertha, heeft hier de basis gelegd
voor een van onze allerbeste vrouwelijke families. Zij was een dochter
van The Saint en Bertha E, beide vanuit Amerika door de vader van
Henny de Vries naar Nederland gehaald. The Saint, een robuuste en temperamentvolle
voshengst met 1,65 meter schofthoogte, heeft hier uitstekend gefokt,
niettegenstaande de toevoer van veel matige merries gedurende zijn
23-jarige dekdienst. Zijn "blikvangers" waren Morning
Star 1.20,8, Peterhof 1.19,3 en de snelle mijler YYV 1.17,3. Zijn
dochters bleken later waardevolle fokmerries. The Saint is een kleinzoon
van Guy Axworthy en Mac Kinley is dus het resultaat van de toenmalige
"golden cross" Peter the Great x Axworthy.
Carrière
Baron van Tuyll zette Mac Kinley in training bij Hans ten Hagen
op Duindigt, hij liep voor hem twee jaar onder de stalnaam Prospéro.
Voor Ten Hagen was Mac Kinley een verdienstelijke draver, maar nog
geen ster. Hij won vijf maal voor hem, maar hij maakte nog graag
een fout. Wel bleek zijn voorliefde voor langere afstanden.
Boven: Mac Kinley verslaat Kalida (links) en Luck Heny
in de Bobichon-prijs 24-4-1949.
Boven: Mac Kinley wint gemakkelijk op Duindigt
op 3 september 1950.
Boven: Mac Kinley (H. ten Hagen) wint hier de Kameleon-prijs
d.d. 9-9-1950 voor Lieneke (links) en Majoor Scott B (reling).
Boven: Mac Kinley zegeviert met klein verschil voor Norbert M (links)
op Duindigt in de Centrum-prijs d.d. 1-10-1950.
Boven: Mac Kinley (rechts met Hans ten Hagen) behoudt nipt voordeel
op Mc Heny (links met Piet Strooper) in de Kalahari-prijs,
d.d. 24 juni 1951.
Naar Geersen
Pas toen Mac Kinley als 6-jarige in het najaar van 1951 voor een zachte prijs
werd aangekocht door de Amsterdamse bouwondernemer Frits Maarsen
en zijn collega Piet Dijkhuis uit Hilversum en in training kwam
bij de grote vakman Willem Geersen, bleken zijn grote kwaliteiten.
Hij liep eerst op naam van Frits Maarsen, later onder hun stalnaam
Stal Middenmeer.
Op Derbydag 2014 vertelde de 92-jarige Martin Vergay bij de onthulling van de twee schilderijen van de hengst: Geersen ontdekte het probleem van Mac Kinley. De hengst had pijn aan zijn stuit en Geersen had daar een smeerseltje voor, een soort blister. Na de behandeling was de hengst weer als nieuw.
Meteen winnen
Mac Kinley zegevierde gelijk bij zijn eerste start
met Geersen en in 1952 kwam de grote doorbraak voor de hengst. Hij
won tien koersen op rij, waaronder zijn eerste grote test, het Kampioenschap
Nederlandse Paarden te Hilversum. Met stuurman Martin Vergay werden
klassepaarden als Kievit S, Olga Pluto en Notekraker S verslagen.
Ook de beide volgende jaren zegevierde Mac Kinley in het Kampioenschap
Nederlandse Paarden, beide malen met Willem Geersen op de sulky.
In 1953 werd jaargenote Madame B op magistrale wijze verslagen,
in 1954 Olga Pluto, de ijzeren draver van Appie Siderius. Die dag
won Geersen als trainer alle 9 koersen op de Hilversumse baan, waarvan
7 als rijder. De combinatie Dijkhuis-Maarsen werd later in goede
harmonie ontbonden, waarna de grote draverfokker en -eigenaar Piet
Dijkhuis alleen met Stal Middenmeer en Mac Kinley verder zou gaan.
Mac Kinley was een draver met een prachtige drafactie, die zonder
zichtbare inspanning naar een hogere versnelling kon overschakelen.
De hengst won op Duindigt ook tweemaal de Generaal G.J.A.A. Baron
van Heemstra beker, in 1953 en 1954.
Grote Prijs der Lage Landen
Op 4 juli 1954 werd op Duindigt
voor de eerste maal de Grote Prijs der Lage Landen verreden. Er verschenen op Duindigt 10 cracks aan de start voor een prijzengeld van fl. 6.000 voor de winnaar. Toch startten er vijf buitenlanders van goede klasse, van wie alleen Fritz Messidor met Gerhard Krüger nog net in de prijzen kon vallen. Dat de 9-jarige Mac Kinley in de koers startte was een klein wonder. De week tevoren had hij last gehad van kreupelheid, een kwaal die hem in zijn laatste koersjaren meer parten zou spelen en 2 jaar later zou leiden tot het op het laatste ogenblik terugtrekken uit de Grote Prijs der Lage Landen. In 1954 liep Mac Kinley vanwege de genoemde kreupelheid buiten weddenschappen in de Grote Prijs, maar bleek weer volkomen in het bezit van zijn niet geringe vermogens. De veelvoudige Kampioen Nederlandse Paarden spotte in de 2e ronde met het veld en won gemakkelijk voor drie bekende merries: Niekie BH, Nellie Gregor en Olga Pluto en hij deed dat in 1.22 over 2540 m. Duindigt gaf hem een ovationeel applaus.
Een jaar later kwam Mac Kinley op 10-jarige leeftijd met Martin Vergay – ondanks een recordverbetering tot 1.21,5 - niet verder dan een derde plaats achter de jonge opkomende crack Roland met Piet Strooper en de Belgische merrie Iris Volo met Remi Bals. De grote Cancannière, de Prix d 'Amérique winnares, die 75 meter moest geven aan Roland, bleek niet opgewassen tegen haar zware taak en redde het niet, mede door de krappe bochten van Duindigt.
De Vliegende Hollander
Nog veel indrukwekkender zijn Mac Kinley's prestaties in
het buitenland, die hem daar de naam "Vliegende Hollander"
bezorgden. Hij zou meermalen de strijd aanbinden met de beste dravers
van Europa, waaronder de Koningin der Franse dravers Gélinotte,
die met Charlie Mills twee maal de Prix d'Amérique zou winnen.
Zijn eerste buitenlandse optreden was als 7-jarige op Tweede Kerstdag 1952 in
Gelsenkirchen over 2420 meter, hetwelk hij met Martin Vergay gelijk
met vijf lengten voorsprong winnend afsloot.
Boven: Mac Kinley (W. Geersen) wint de Theresia-prijs, op 18-5-1952,
voor Moquette de la Maire B (rechts) en Nanco M, op Duindigt.
Close-up uit de foto erboven:
Mac Kinley wint de Theresia-prijs op 18 mei 1952.
Achter Geersen zien we Jan de Vlieger.
Boven: Madame B (nr.5) weerstaat Mac Kinley (nr.3)
na een fel duel in de Sioux-prijs, op 20-5-1953.
Mac Kinley loopt tegen de fout aan,
maar Geersen houdt hem goed vast.
Boven: Mac Kinley behaalt, op 11-1-1953, stevig aangemoedigd
door Willem Geersen,
de winst in de Eigenaren-prijs,
voor Lion (rechts).
Boven: Mac Kinley (M. Vergay) klopt Kievit S in de eindstrijd om
het Kampioenschap Nederlandse Paarden 1952.
Boven: Met nog een ronde te gaan ligt de latere winnaar
Mac Kinley
(rechts) met Willem Geersen al op kop met
naast hem
zijn halfbroer Over Again (ongeplaatst) in het
Kamp. Ned. Paarden 1953.
Boven: Een ronde later komt Mac Kinley alleen aan
in het Kamp. Ned. Paarden 1953.
Boven: Mac Kinley en Willem Geersen tijdens de huldiging te
Hilversum na het behalen van het Kampioenschap Nederlandse
Paarden 1953. NDR-voorzitter Pasman (links) feliciteert
eigenaar Frits Maarssen.
Ouderwets foto-shoppen: Rond het lijf van Mac Kinley is iets
witgelakt, omdat met dit gedeelte nodig had voor een
dek-advertentie.
Boven: Mac Kinley (links met W. Geersen) verslaat in een prachtig
duel Olga PLuto (A. Siderius) met een hoofdlengte in het
Kamp. Ned. Paarden 1954. Op afstand wordt Madame B 3e.
Boven: Mac Kinley en Willem Geersen poseren, na het behalen
van
het Kampioenschap Nederlandse Paarden 1954, voor de fotograaf.
Boven: Mac Kinley werd ook wel gereden door andere pikeurs,
zoals hier in Hilversum in handen van Joop Voorhaar.
Bij buitenlandse uitstapjes was dat meestal Martin Vergay
en soms ook Piet Smit.
Boven: Mac Kinley met Willem Geersen in actie
te Hilversum in de jaren vijftig.
Boven: Mac Kinley (3e van rechts) zal met Willem Geersen de
eerste
editie van de Grote Prijs der Lage Landen gaan winnen in 1954.
V.r.n.l. Dédé IV, Over Again, Mac Kinley (1e) en Fritz Messidor (5e).
Boven: Mac Kinley en Willem Geersen maken hun ereronde
na de overwinning in de allereerste Grote Prijs der Lage Landen
in 1954.
Grote successen
In 1953 kwamen de grote buitenlandse successen. Begin februari
versloeg hij met Geersen op de loodzware baan van Sterrebeek in
de semi-klassieke Prix Gaston Delbecque de Belgische vedetten Derebus
en Hyde Park en in juni, wederom met Geersen zelf, eiste hij in
Hamburg-Farmsen de Großer Alster Preis op, ondanks een slechte
start. Hij won in 1.19.5 over 2020 m, de eerste maal dat een Nederlands
gefokte draver onder de magische grens van 1.20 kwam. In totaal
zou Mac Kinley 13 maal sneller dan 1.20 lopen. Later dat jaar won
hij in Enghien de Prix de Rome in 1.22.9 over 2925 m en met Piet
Smit, toen verbonden aan entrainement Geersen, de prestigieuze Prix
d'Europe in 1.21,7 over 2825 m. Deze koers was gedoteerd met 1.5
miljoen Franse francs, maar dat waren nog zachte francs, die ongeveer
1 cent waard waren. De overwinningen van Mac Kinley stemden de Franse
draverfokkers met hun gesloten stamboek weer eens tot nadenken.
In januari 1954 bond Mac Kinley, gereden door Piet Smit, op het
hoogste niveau de strijd aan met 19 tegenstanders in de Prix d'Amérique.
Hij eindigde eervol als zesde in 1.22,7 over 2600 m, na lange tijd achterin het veld te hebben gelegen. De winnaar
Feu Follet X, toonde met Maurice Riaud een recordtijd van 1.21,9. In mei van dat jaar
werd in Recklinghausen de Großer Preis des Vestlischen Landes
een prooi voor Mac Kinley, waarbij hij zijn record in handen van
Piet Smit verbeterde tot 1.19,1 over 1640 m. De overwinning van
Mac Kinley, die 40 meter aan de start verloor, werd ovationeel toegejuicht.
Een jaar later zou Mac Kinley dat nummer opnieuw winnen, nu met
Martin Vergay en bracht hij zijn record op 1.18.0 (over 1660 m).
Zijn grootste succes in 1954 boekt Mac Kinley op Tweede Pinksterdag
in het Zweedse Gothenburg, waar hij in handen van Geersen de Aby
Stora Pris won voor de grote Zweedse favoriet Gay Noon. De tijd
van Mac Kinley was 1.21,5 over 2600 m. In het najaar van 1954 had
Martin Vergay succes met hem in Duitsland. Eerst werd hij tweede
in München-Daglfing, waar Charlie Mills hem met Fortunato II
(3 maanden later de winnaar van de Prix d'Amérique) met een
halve lengte klopte. Misschien was Mac Kinley verder gekomen als
de springende Duitser Ejadon hem niet gehinderd had. Drie weken
later liet Vergay zich niet kloppen op Gelsenkirchen. In regen en
storm was Mac Kinley de sterkste in het Nienhausen Rennen in 1.24,5
over 3100 m.
Ook in 1955 behaalde Mac Kinley in sterke internationale nummers
weer diverse ereplaatsen. (In de Prix d'Amérique lukte
dat niet: hij werd tiende van de vijftien deelnemers.) De kroon
op het werk werd op 3 juli gezet in Gelsenkirchen in het Elite Rennen.
Mac Kinley won met Martin Vergay voor 18.000 toeschouwers in een
nieuw koersrecord van 1.20,4 over een afstand, die toen nog 2560
m bedroeg.
Martin Vergay vertelde in 2014 bij de onthulling van de schilderijen dat hij met de hengst per trein naar Milaan moest. In Amsterdam stapten ze in een goederenwagon, die achter de personenwagons was gekoppeld. De volgende dag kwamen ze in Milaan aan. De koers werd geen succes. Op maandag probeerde Martin de Italianen duidelijk te maken dat hun wagon weer achter de normale trein moest worden gekoppeld, maar dat gebeurde niet. Ze kwamen op een zijspoor terecht en kwamen na vele etappes pas op vrijdag in Amsterdam aan. Gelukkig kregen ze onderweg wel te eten en te drinken en liep het beter af dan met de Franse hengst Roc Wilkes, die enkele jaren later, samen met Tidalium Pélo, ook op een zijspoor werd gezet, maar zonder verzorger en zonder eten en drinken. Roc Wilkes overleefde het voorval niet. Tidalium wel, en hij wist daarna nog tweemaal de Prix d'Amérique te winnen.
Boven: Mac Kinley bij een van zijn internationale successen
in Duitsland met Martin Vergay.
Boven: Mac Kinley wint in handen van Willem Geersen de
Aby Stora Pris in 1954, vóór de grote Zweedse favoriet Gay Noon (nr. 3
met Gunnar Nordin) en de Duitser Ejadon (nr.17 met Hans Fromming).
(foto uit het Winternummer van Trav- och Galopp Ronden 1954)
Boven: Mac Kinley zocht in 1954 verschillende keren de Europese top op.
Hier wint de fenomenale Franse merrie Gélinotte de Jubileum-Preis in Hamburg,
vóór v.l.n.r. de Zweed Gay Noon, de Duitsers Ejadon en Horridon en onze Mac
Kinley (aan de reling met Martin Vergay). Hij had na de start de leiding genomen,
maar kon het deze keer niet tot een goed einde brengen.
(foto uit het Winternummer van Trav- och Galopp Ronden 1954)
Boven: De winnaars van het Elite Rennen 1955 in Gelsenkirchen:
Mac Kinley en Martin Vergay bij de huldiging, dan v.l.n.r. Cees Berg (NDR),
Arie Bakker (Hof van Holland), Betsie Vergay en de voorzitter
van de Duitse Bond. De dotering bedroeg DM 25.000.
De km.tijd 1.20,4 was een koers- en baanrecord.
Mac Kinley klopte de Italiaan Vesuvio (later dekhengst in NL)
en de Duitse crack Horrido.
Nederlands record
In 1955 zou Martin Vergay met Mac Kinley, als tweede aankomende
in de Grote Prijs van Recklinghausen een nieuw baanrecord vestigen.
In de tweede heat, die hij won, liep hij 1.17,3 over 1660 m. Dit
was tevens een nieuw record voor Nederlands gefokte dravers, dat
hij daarvoor al drie maal eerder verbeterd had. Het nieuwe record
zou 14 jaar stand houden. En ondertussen was Mac Kinley het eerste
Nederlands gefokte paard, dat zijn winsom boven de 100.000
bracht.
Naar Duitsland
Als 11-jarige werd Mac Kinley in 1956 ter dekking gesteld op stoeterij
Elten van Mees Alkemade. Met de Duitse kampioen Eddy Freundt startte
hij eind mei, begin juni nog twee maal in Zweden, hetwelk nog een
vierde plaats in de Aby Stora Pris opleverde. Hij kwam kreupel terug
en verscheen nooit meer aan de start. De "vorst der dravers"
mocht zich voortaan in de fokkerij onderscheiden.
Koerscarrière MAC KINLEY:
jaar |
lft. |
starts |
1e |
2e |
3e |
rec. |
|
winsom |
1948
1949
1950
1951
1952
1953
1954
1955
1956 |
3j.
4j.
5j.
6j.
7j.
8j.
9j.
10j.
11j. |
14
15
20
16
20
23
18
16
2 |
0
2
4
2
14
5
7
5
0 |
2
2
0
2
4
5
3
3
0 |
2
2
0
3
0
2
0
3
1 |
1.33,8
1.28,9
1.27,7
1.25,0
1.23,4
1.19,5
1.19,0
1.17,3
1.17,9 |
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl.
Hfl. |
150
1.275
1.600
1.175
15.500
25.000
36.000
40.500
500 |
totaal |
|
145 |
45 |
21 |
14 |
1.17,3 |
Hfl. |
132.684 |
Gewonnen topkoersen
Kampioenschap Nederlandse Paarden 1952, 1953, 1954
GroBer Alster Preis (Hamburg-Farmsen) 1953
Prix d'Europe (Enghien) 1953
Grote Prijs der Lage Landen 1954
Nienhausen Rennen (Gelsenkirchen) 1954
Grote Prijs van Aby (Gothenberg) 1954
Elite Rennen (Gelsenkirchen) 1955
Grosser Preis des Vestischen Landes (Recklinghausen) 1954, 1955
Als Vaderpaard
De zeldzaam mooi gebouwde hengst met zijn gave, elastische draf
had tijdens zijn koerscarrière al een paar merries van Dijkhuis
gedekt, waaruit o.m. de snelle Productendraverij-winnares Vita Kinley
geboren werd. In 1956, 1957 en 1961 stond hij in Duitsland op station,
verder vanaf 1958 op het Hilversumse Sportpark onder de hoede van
Siem van Leeuwen. De hengst, die 1,58 m mat, heeft heel goed gefokt,
vooral bij de eigen merries van Dijkhuis. Hij gebruikte de hengst
om, naar eigen zeggen, een Amerikaanse motor in een Franse carrosserie
in te bouwen. Daarbij doelde hij op zijn Franse fokmerries Kolo,
Kreutzer en Kerkeb. Het resultaat was o.m. de stayermerrie Duchesse
Mac 1.20,5/f 129.730. Mac Kinley bracht ook de Derbywinnaar C Alkestis
van E 1.19,7/f 152.292 en tonwinnaars For Ever 1.17,3/f 174.475
en French Mac 1.18,9/120.051. Van zijn 116 Nederlandse kinderen
kwamen er 89 (76,7%) in de baan, zij wonnen in totaal 2.169.336.
De gemiddelde winsom van 18.700 per geboren product is goed
te noemen.
In de nafok hebben zijn dochters het uitstekend gedaan. Bonheur
Perdu (uit de Franse Kreutzer) bracht de klasse-stayer Kees Verkerk
en volle zuster Chimène Mac ons kampioen-vaderpaard Manza
Buitenzorg. Via hem is het bloed van Mac Kinley nog volop aanwezig
in onze huidige dravers. Mac Kinley's dochter Victoria Dear is de
moeder van drie tonwinnaars (w.o. Gunnar Dear) en A Reine Kinley
heeft zich in de Oostenrijkse fokkerij onderscheiden met een Derbywinnaar.
Mac Kinley is op 13 februari 1976 op 31-jarige leeftijd op de
stal van Dijkhuis gestorven. Zowel voor als na hem is er in de 20-ste
eeuw nooit een Nederlands gefokt paard geweest dat zulke grote successen
in het buitenland heeft behaald.
Boven: Mac Kinley tijdens de hengstenkeuring te Hilversum
d.d. 13-11-1963.
Boven: Mac Kinley tijdens de hengstenkeuring.
Boven: De mooie Mac Kinley poseert.
Boven: Zo hoort een paard te worden getoond.
Dat kon je wel aan Richard Bosma overlaten.
Boven: Mac Kinley thuis op het dekstation van Stal Middenmeer.
Boven: Waar Mac Kinley ter dekking stond is hij ook begraven.
De mooie marmeren grafsteen staat nog steeds op zijn graf.
De hengst werd bijna 31 jaar oud.
Boven: Mac Kinley, prachtig geschilderd in "Engelse stijl",
d.w.z. op stal met zijn deken
op de voerbak. De schilder is P. Orth.
Dit schilderij is in juni 2014 tijdens een openbare veiling
aangekocht door het NDR-Museum, met behulp van onze sponsoren:
de Vrienden van het NDR-Archief/Museum.
Het doek komt uit de nalatenschap van eigenaar P. Dijkhuis.
Op Derbydag 2014 is het doek onthuld door de rijder,
die veel met de hengst heeft gewonnen: Martin Vergay.
Het schilderij is te bewonderen in het NDR-Museum.
Dezelfde schilder hangt er ook een schilderij van Forges
in ons Museum en bij Newport Farms een van Gallant Way.
|
Boven: Een aquarel Mac Kinley (gemaakt door P. Orth),
met pikeur in de kleuren van Stal Middenmeer.
Deze aquarel is in juni 2014 tijdens een openbare veiling
aangekocht door het NDR-Museum, met behulp van onze sponsoren:
de Vrienden van het NDR-Archief/Museum.
Het schilderij komt uit de nalatenschap van eigenaar P. Dijkhuis.
Op Derbydag 2014 is de aquarel onthuld door de rijder,
die veel met de hengst heeft gewonnen: Martin Vergay.
Het schilderij is te bewonderen in het NDR-Museum.
Boven: Ook op deze aquarel van Mac Kinley (gemaakt door P. Orth),
hebben we via internet geboden tijdens een veiling in december 2014,
maar helaas was er iemand, die meer bood. De afbeelding toont Mac Kinley
met pikeur in de kleuren van Stal Middenmeer. Hij lijkt op Martin Vergay.
Boven: In hetzelfde lot als de aquarel zat deze foto van Mac Kinley
gemaakt bij de huldiging van de Hamburger Grosser Alsterpreis, 1953.
Ook deze ingelijste foto hebben we dus niet kunnen bemachtigen.
Film over draverfokkerij, met Mac Kinley in beeld
We kunnen de documentaire "Met blijdschap geven we kennis ...." uit 1971 tonen, die gaat over de draverfokkerij in Nederland. De film duurt bijna 17 minuten. Een aantal dekhengsten komt in beeld en in de tweede helft van de film zien we een veulengeboorte. Bij de getoonde hengsten zien we o.a. de oude cracks Double Six M (voorgebracht door Jaap Zuyderduin), Mr.Way, MacKinley (voorgebracht door eigenaar P.D. Dijkhuis), Royal Hanover (met Jan van Leeuwen jr.), Worthy Pride, Gallant Way (met Harry van Ooyen) en Lullwater Victory (met Harry Meinardi). De merrie die een veulen krijgt is Duinpieper S. Het veulen is Mara Buitenzorg (van Lullwater Victory), die later geen grootheid werd, met een record van 1.25,3 en een winsom van 1.885 Euro.
Click op de camera:
|